Biografie Maria Valtorta (samenvatting)


Maria Valtorta was een rooms-katholieke Italiaanse schrijfster en dichteres, door velen beschouwd als een mystica. Ze was een Franciscaner tertiair en een lekenlid van de Dienaren van Maria. In haar jeugd reisde Valtorta door Italië vanwege de militaire carrière van haar vader. Haar vader vestigde zich uiteindelijk in Viareggio.

In 1920, op 23-jarige leeftijd, terwijl ze met haar moeder op straat liep, sloeg een delinquente jongen haar zonder duidelijke reden in de rug met een ijzeren staaf.
In 1934 hield de verwonding haar uiteindelijk in bed voor de resterende 28 jaar van haar leven. Haar spirituele leven werd beïnvloed door het lezen van de autobiografie van de heilige Thérèse van Lisieux en in 1925, op 28-jarige leeftijd, voordat ze bedlegerig werd, bood ze zichzelf aan God aan als een slachtofferziel.

Op 23 april 1943, Goede Vrijdag, meldde Valtorta dat de stem van Jezus plotseling tot haar sprak en haar vroeg om te schrijven. Van toen tot 1951 produceerde ze meer dan 15.000 handgeschreven pagina's in 122 notitieboekjes, meestal met details over het leven van Jezus als een uitbreiding van de evangeliën. Haar handgeschreven notitieboekjes met bijna 700 bekende afleveringen uit het leven van Jezus werden door haar priester op afzonderlijke pagina's getypt en weer in elkaar gezet, aangezien ze geen vaste volgorde hadden. Ze werden de basis voor het 5000 pagina's tellende boek 'Het Epos van de God-Mens'.

Valtorta woonde het grootste deel van haar leven bedlegerig in Viareggio, Italië, waar ze stierf in 1961.
Ze ligt begraven in het grote klooster van de basiliek van Santissima Annunziata in Florence(Italië).